Fietsroute Rivierenland
Denkend aan Holland zie je brede rivieren…. Op deze fietstocht door een van de meest karakteristieke Nederlandse landschappen kruis je er drie (twee brede en, toegegeven, één smalle: de Linge). Je rijdt door de Betuwe, de Tielerwaard, het Land van Maas en Waal (in de jaren zestig psychedelisch bezongen door Boudewijn de Groot) en het Maasland. Onderweg passeer je boomgaarden, rijen populieren en weidse gezichten vanaf de dijk. De tocht (vrijwel geheel langs het bekende fietsknooppuntensysteem) heeft een lengte van 44 km – maar neem onderweg vooral de tijd om ook even een kijkje te nemen in de oude stadjes Buren en Tiel!
Voor vaartijden en tarieven van de veren, zie www.veerponttiel.nl en www.maasveren.nl.
Voor de treindienstregeling en het vervoer van fietsen, zie www.ns.nl.
Dit ga je zien
Startpunt
Station Geldermalsen
Genteldijk
4191 Geldermalsen
Navigeer naar startpunt
Het Kasteel van Oijen
Oijense Bovendijk 345394 LB Oijen
Grote Kerk Oss
Begijnenstraat 15341 BC Oss
Eindpunt
Centraal Station Oss
Spoorlaan 56
5348 KC Oss
Navigeer naar eindpunt
Beschrijving
Start beschrijving: NS Station Geldermalsen
Werp vóór je wegrijdt nog even een blik op het monumentale stationsgebouw in neo-renaissancestijl, en op de perronoverkapping: deze constructie uit 1886 rustte oorspronkelijk op 116 gietijzeren pilaren van de Haagse ijzergieterij L.J. Enthoven.
Je verlaat het station aan de stadszijde (vanuit de richting van Den Bosch gezien aan de rechterkant). Beneden aangekomen bij knooppunt 30 sla je linksaf en volgt het Trichtsevoetpad met spoorlijn aan de linkerhand. Houd op de splitsing links aan en ga het bruggetje over.
Het riviertje de Linge is ruim 100 km lang. Van de oorsprong, aan het Pannerdensch kanaal, tot Tiel is het een grotendeels kunstmatig gegraven kanaal dat onder het Amsterdam-Rijnkanaal door gevoerd wordt. Vanaf daar volgt het water een oude rivierloop, de Dode Linge, die door het gebied meandert langs Geldermalsen en Leerdam en die even voorbij Gorinchem op de Waal komt. Het gebied tussen Linge en Rijn/Lek ten westen van Tiel heet de Neder-Betuwe, het deel tussen Linge en Waal de Tielerwaard.
Voorbij het bruggetje, bij knooppunt 31, sla je rechtsaf, Lingedijk. De weg verlaat de bebouwde kom en even verderop splitst een fietspad zich van de weg af (links de begraafplaats). Waar het fietspad weer terug komt op de weg (knooppunt 60) sla je linksaf, Spijksepad. Na een aantal bochten komt de straat (inmiddels Groeneweg) uit op een T-kruising; sla hier linksaf, Rijksstraatweg. Deze maakt een bocht naar rechts en een bocht naar links; ga direct na deze linkse bocht rechtsaf, Nieuwe Steeg.
Sla aan het eind (knooppunt 62) rechtsaf, Hennisdijk. Neem de eerste weg links (ook Hennisdijk), je passeert knooppunt 69. Rijd rechtdoor, het fietspad langs de Kornedijk; even verderop, bij de kerk, steek je over en volgt de fietsstrook langs deze weg. Bij de T-kruising met wegwijzer bereik je knooppunt 64. Voor een bezoek aan Buren rijd je hier rechtdoor. Voor het vervolg van de route rijd je vanaf dit punt rechtsaf de brug over, fietspad langs de Tielseweg.
Het stadje Buren, aan het riviertje de Korne, was eens hoofdplaats van de gelijknamige heerlijkheid, die in 1492 tot graafschap werd verheven onder het huis Van Egmond. De laatste erfdochter van dit geslacht, Anna van Buren, trouwde in 1551 met Willem de Zwijger, waardoor het graafschapje aan de Oranjes kwam. Het plaatsje, een beschermd stadsgezicht, telt ruim honderd rijksmonumenten, waaronder delen van de vroegere omwalling zoals de Culemborgse Poort (ca 1400). Ook de molen ‘Prins van Oranje’ (1716), de St. Lambertuskerk (ca 1400, met aangebouwde stadswaag) en het 16e-eeuwse Raadhuis zijn blikvangers. Het voormalig weeshuis (in 1613 gesticht door Maria van Nassau, dochter van Anna en Willem) huisvest nu het Marechausseemuseum.
Voorbij de bocht is een oversteekplaats met stoplichten. Steek hier over, ga aan de overkant linksaf en verderop rechtsaf, Erichemseweg. Blijf deze volgen tot in het gelijknamige dorp en sla daar, bij knooppunt 66, rechtsaf, Mierlingsestraat. Einde weg links, Erichemsewal. Blijf de asfaltweg volgen en rijd ook bij het kruispunt rechtdoor, naar knooppunt 43. Houd hier links aan, het viaduct over de Betuwespoorlijn en de snelweg A15. Aan de overzijde bereik je via het Laageinde het dorpje Kapel-Avezaath. Sla hier rechtsaf, Moleneind.
Het dorpje dankt zijn naam aan de Agathakapel (naar St. Agatha van Sicilië, 225-251), die oorspronkelijk werd ingewijd op 2 mei 1332. De St. Lambertuskerk in het naburige zusterdorp Kerk-Avezaath (oudste vermelding uit 1007) is 10 m langer.
Blijf bij knooppunt 42 rechtuit rijden en volg het Moleneind. Rijd ook na de brug over de Linge rechtdoor, Dreef. Deze kruist het spoor. Rijd op het kruispunt (knooppunt 41) rechtdoor, en ook bij de zijweg naar rechts (knooppunt 40). Even verderop sla je linksaf, smal asfaltwegje (Vuadapad). Sla aan het eind rechtsaf, Groenestraat. Deze maakt een bocht naar rechts, een haakse bocht en vervolgens een flauwe bocht naar links, Neem kort daarna het fietspad naar rechts en volg dit tot het eind; sla daar linksaf, Hermoesestraat. Aan het eind weer links, de drukke Waalbandijk op. Volg de dijk tot voorbij de bocht naar links. Even verderop loopt de hoofdweg rechtdoor, maar de dijk buigt rechtsaf.
Rechts staat het beeld ‘huizen op de dijk’ (1997) van de Nederlandse kunstenaar Cor Litjens (Nijmegen 1956).
Sla bij dit beeld rechtsaf en volg de Ophemertsedijk. Je komt bij knooppunt 44 en bij een bruggetje.
Het kanaal aan de linkerhand ligt daar niet voor de scheepvaart en ook niet voor de waterafvoer. Integendeel, dit drie km lange z.g. inundatiekanaal diende om water van de Waal in te laten naar de Linge om in tijd van nood de Hollandse Waterlinie (het deel tussen Lek en Waal, gelegen ten westen van Geldermalsen, ruwweg langs de grens van Zuid-Holland en Gelderland) te kunnen vullen, zelfs wanneer de vijand de Linge bovenstrooms zou blokkeren.
Voorbij het bruggetje sla je rechtsaf; volg het fietspad tot waar je uitkomt op de weg. Hier weer rechtsaf, Havendijk. Met een bocht kom je uit bij het veerplein (knooppunt 82). Voor een bezoek aan Tiel steek je hier over naar links en volgt het rode fietspad naar de opening in de kademuur.
Het stadje Tiel stamt uit de 9e eeuw, en werd al snel daarna een handelsstad van betekenis (en later ook lid van het Noordwest-Europese handelsverbond, de Hanze). Vanaf 1339 maakte Tiel deel uit van Gelre. Later groeide het uit tot een industriestadje, waarvan de fruitindustrie (met Flipje als mascotte) wel het bekendst is. Tot de vele monumentale gebouwen behoren de Waterpoort (1647) aan de Waaldijk, de laatgothische St. Maartenskerk (15e eeuw) met tufstenen toren, en de St. Dominicuskerk uit 1940. Daarnaast de laat-18e-eeuwse vismarkt en het Ambtsmanshuis uit 1525, lange tijd de zetel van het polderbestuur en nu deel van het gemeentehuis.
Voor het vervolg van de route steek je vanaf knooppunt 82 de Waal over. Aan de overzijde volg je de Veerweg tot de dijk; sla bovenaan (knooppunt 80) linksaf en volg de Waalbandijk. Houd op de splitsing links aan (Dorpsstraat)
De Stationsstraat (rechts) herinnert aan de tijd dat Wamel het eindpunt was van de stoomtram. Het lijntje, langs de dijkdorpen naar Nijmegen (reistijd zeven kwartier), werd begin jaren dertig opgeheven. Even verderop de 15e-eeuwse Hervormde Kerk, een 5/8 gebouw: het westelijk deel met toren ontbreekt.
Je passeert een tweede kerk en ook knooppunt 81; neem daarna de derde straat rechts, daar waar de stoep links een uitstulping vertoont (Hollenhof). Ga bij de rotonde rechtdoor, Parkenstraat. Blijf op de splitsing rechtdoor rijden en ga vervolgens aan het eind rechtsaf, Hoevenstraat. Sla op het eind linksaf, Hommelstraat. Blijf deze rechtdoor volgen.
Eendenkooien zijn karakteristiek voor de vlakke en waterrijke delen van Nederland. Vanouds waren er concentraties in Friesland, in de kop van Overijssel, en in het rivierengebied. In dit deel van het Land van Maas en Waal, binnen vijf kilometer links en rechts van de route, waren er halverwege de 19e eeuw nog minstens dertien kooien, waarvan er nog acht aanwezig zijn. Als je bij knooppunt 45 even rechtsaf slaat (Merenweg) kun je een bezoek brengen aan het natuurreservaat De Meren, waarin zo’n (nu niet meer gebruikte) kooi. In alle rust, uiteraard, en zonder hond.
Je passeert knooppunten 45 en 46; sla aan het eind, bij knooppunt 26, linksaf, Schansedijk; sla direct rechtsaf, Berghuizen, en neem vervolgens (knooppunt 25) de weg rechtsaf, Oijenseveerweg. Het veer brengt je over de Maas naar Brabant; volg daar de Veerstraat tot de dijk en sla bovenaan (knooppunt 04) linksaf, Oijense Benedendijk. Blijf de dijk volgen; na ongeveer twee km bereik je knooppunt 09.
Vlak hiervoor zie je rechts een voormalige N.H. Zaalkerk, een zgn. “Napoleonskerkje” uit 1810, met ernaast het kerkhof. De naam ‘Napoleon’ slaat niet op de bekende generaal, maar op diens broer Lodewijk Napoleon, van 1806-1810 koning van Holland. Door de onder de Fransen ingevoerde godsdienstvrijheid moesten de protestanten de kerken, die ze na de Tachtigjarige Oorlog in bezit hadden genomen, teruggeven aan de katholieken. Waar de protestanten zodoende zonder kerkgebouw kwamen te zitten konden zij een door de koning ondersteunde ‘subsidie’ ontvangen om een, veelal sober uitgevoerd, eigen gebedshuis te bouwen.
Blijf de dijk volgen; links zie je Kasteel Oijen.
In 1361 liet Maria van Brabant (1325-1399) hier een kasteel bouwen. Na haar kinderloos overlijden kwam dit via haar echtgenoot, Reinoud III van Gelre (1333-1371), in Gelderse handen. In 1511 werd het kasteel verwoest in de twisten tussen Brabant en Gelre; in 1594 werd op dezelfde plaats een nieuw kasteel gebouwd. Dit werd afgebroken in 1837; wat je nu ziet was het koetshuis en paardenstal van dat tweede kasteel. De heerlijkheid bleef overigens ook de 17e en 18e eeuw Gelders; pas in 1814 kwam Oijen bij Brabant.
Sla voorbij het kasteel, bij knooppunt 13, rechtsaf, Kasteelsestraat. Steek de drukke weg over en houd op de splitsing rechts aan, Langelsestraat. Sla op de tweede kruising, bij knooppunt 72, linksaf, Bernhardweg. Je passeert een bruggetje in een onoverzichtelijke bocht. Sla even verderop linksaf, halfverhard pad langs een slagboom (Meerdijk).
Dit dijkje werd rond 1300 aangelegd om Oss zo goed en zo kwaad als het ging te beschermen tegen het water van de (toen pas gedeeltelijk bedijkte) Maas. Het water aan je linkerhand is de Ossermeer, het restant van een oude nevengeul van de Maas. Even verderop, in de bossen links, was van 1934 tot de jaren 60 het Osse openluchtzwembad.
Aan het einde van de Meerdijk sla je rechtsaf, fietspad langs de Macharenseweg. Volg deze tot de driesprong; sla hier linksaf, Koornstraat. Sla bij de rotonde rechtsaf. De weg (Hertogensingel) maakt een flauwe bocht naar links (knooppunt 74); ga dan bij de verkeerslichten linksaf, Begijnenstraat, in de richting van knooppunt 77.
Hoewel de naam van de straat anders doet denken, heeft Oss geen begijntjes (lekevrouwen die leefden als nonnen) gekend. Vermoedelijk dankt de straat haar naam aan de Zusters van Liefde uit Tilburg, die rechts (nu gebouwen voor ouderenzorg) hun klooster hadden. Hier tegenover de lichtgrijze gevel van het St. Nicolaasinstituut. Het was van 1883 tot 1982 het hoofdgebouw van de Osse vestiging van de Fraters van Tilburg. Tenslotte links de Osse Grote Kerk, rijksmonument, een neogotische schepping van H. van Tulder (1819-1903), gebouwd tussen 1857-1859. Het interieur telt beeldhouwwerk en gebrandschilderde ramen, die de moeite waard zijn. Veel kunstwerken zijn geschonken door leden van de familie Jurgens (de margarinemagnaten). Sinds 1982 is de kerk van binnen en van buiten uitgebreid gerestaureerd. Rondleiding en beklimming van de toren zijn op afspraak mogelijk; vanuit het kapelletje binnen rechts na de ingang kun je alvast een blik op het interieur werpen.
Sla voorbij de kerk rechtsaf, onder de huizen door. Blijf het rode fietspad volgen tot waar je een tweebaansweg kruist, bij het gemeentehuis van Oss. Hier verlaat je de knooppuntenroute: sla linksaf, Raadhuislaan. Rijd bij de rotonde rechtdoor, Oostwal.
Op de rotonde een replica van het Vorstenzwaard: een ornamenteel zwaard uit ca. 700 v Chr. (vroege IJzertijd), dat werd gevonden in een grafheuvel (de grootste van Nederland) ten Zuidoosten van Oss. Waarschijnlijk werd het zwaard omgekruld opdat de overledene er de levenden geen kwaad meer mee kon doen. Het origineel is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Neem voorbij de rotonde in de bocht de straat naar rechts, Bram van den Berghstraat. Aan het eind hiervan vind je Centraal Station Oss.