Maren en Kessel

De dorpen Maren (Marsna) en Kessel (Casella) worden voor het eerst schriftelijk genoemd in een oorkonde van 9 april 997. Zij werden toen door keizer Otto III van het Heilige Roomse Rijk geschonken aan bisschop Notker van Luik. Deze plaatsen waren gelegen op de oeverwallen of rivierduinen en zo enigszins beschermd tegen het water van de Maas die in deze tijd nog niet bedijkt was. Deze bedijking vond plaats in het begin van de 14e eeuw.

Maar de dorpen zijn al veel ouder dan het jaar 997. Voordat onze jaartelling begon woonde er al mensen. De Romeinen hebben er vele sporen achter gelaten waarvan de mooiste restanten in het Noordbrabants museum in ‘s-Hertogenbosch te zien zijn. De belangrijkste vondst is de Gallo-romeinse tempel van Kessel, gebouwd omstreeks het jaar 100 na Christus.

De uiterwaarden van Kessel en de Lithse Ham zijn de grootste vindplaats in Nederland van Keltisch materiaal. Ooit was hier een cultusplaats en werden er mensenoffers gebracht.

Aan het einde van de 13e eeuw is Kessel een heerlijkheid geworden en is er een kasteel gebouwd dat in 1810 weer is afgebroken. Maren is altijd een dorp gebleven.

In 1944 zijn de oude dorpjes Maren en Kessel geëvacueerd en deels verwoest. Na de oorlog besloot men tot de bouw van een nieuwe kerk en een nieuw dorp met een school en winkels halverwege de oude dorpen. Dit is het dorp Maren-Kessel geworden. De St. Lambertuskerk van Maren-Kessel dateert van 1953.
 

Het QR-code project van Landschapsbeheer Oss

Verspreid door de gemeente Oss tref je op zo'n 100 knooppuntpaaltjes een QR-code. Door deze te scannen krijg je aanvullende informatie over de bijzondere plek waar je je dan bevindt. Het QR-code project is mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van de Brabantse Milieufederatie, Gemeente Oss, Landschapsbeheer Oss en ook door medewerking van Stichting Maasmeanders, het Brabants Historisch Informatiecentrum en Bibliotheek Oss.